konekse bodem, die uitsteekt onder de gefacetteerd v-vormige voetring. Bol spreidende wand, recht spreidende rand, even bol spreidende lip. De voetring eenmaal doorboord. Geel getint aardewerk met groen getint glazuur. Onder op de rand vijf proensporen. Versiering: in kobaltblauw, op de voorkant met zwarte trek, in de trant van kraakporselein. Plat: een door achdt konsave accolades begrensd medaillon op afwisselend patroon. In het medaillon twee pauwen in een landschap met grote bloeiende planten. Wand en rand: acht trapezo:ïde vakken met geschulpte onder- en bovenkant, met afwisselend een bloem, een pot met vliegenwaaiers en linten, een vis liggend op een vrucht die in een plan groeit (waarschijnlijk een verkeerd geïnterpreteerde Chinese voorstelling) en een boekrol met vliegenwaiers en linten. Acht smalle vakken met op wisselend patroon een stip in een cirkel, omgeven door tien stippen. Wand en rand ext.: acht brede en acht smalle vakken elk met een gedegenereerde paddestoel. (Q14233)